Hoe worden de ‘ankers’ die ons gezicht op zijn plaats houden, vrijgemaakt bij een diep-vlak halslift?
De zachte weefsels van ons gezicht rusten niet losjes op het benige skelet. Ze zijn als het ware ‘verankerd’ aan diepe weefsels en botten via sterke, vezelige structuren die we ‘retaining ligaments’ (houdbanden) noemen. Deze banden vormen ons primaire ondersteuningssysteem dat de huid en de belangrijke SMAS-laag eronder op hun plaats houdt.
Een van de belangrijkste oorzaken van veroudering is dat deze banden in de loop der tijd verzwakken, uitrekken en bezwijken onder de zwaartekracht. Wanneer deze ‘ankers’ verslappen, beginnen de door hen ondersteunde, beweeglijke zachte weefsels naar beneden te zakken. De klinische gevolgen zijn zeer herkenbaar. Verslapping van de banden in het wanggebied leidt tot het naar beneden zakken van de wangvetkussentjes, het afplatten van de midface en het verdiepen van de neus-liplijnen. Verzwakking van de banden langs de kaaklijn laat de beweeglijke weefsels onder de kaakrand doorhangen en veroorzaakt direct ‘jowling’ (hangwangen).
Deze banden vormen tegelijk het voornaamste obstakel voor chirurgische verjonging. Als deze banden tijdens een operatie niet worden vrijgemaakt, zullen ze de weefsels in hun hangende positie blijven houden, ongeacht hoeveel spanning wordt toegepast. Daarom is het chirurgisch volledig vrijmaken van deze houdbanden de ‘sluitsteen’ van de diep-vlak techniek. Deze handeling bevrijdt de verzakte weefsels en maakt het mogelijk ze zonder spanning naar hun juiste, hogere en jongere positie te verplaatsen. Dit is een fundamentele filosofie: een verschuiving van ‘trekken’ naar ‘vrijmaken en herpositioneren’.
Welke tekenen van veroudering corrigeert een diep-vlak halslift?
Een succesvolle diep-vlak halslift richt zich niet op slechts één probleem; ze pakt tegelijkertijd alle anatomische componenten aan die veroudering in de hals en het onderste gezicht veroorzaken. De belangrijkste doelgebieden van deze benadering zijn:
- Platysma-banden (kalkoenhals-uiterlijk)
- Vetophoping onder de kin (onderkin)
- Oppervlakkig subcutaan vet
- Diep (submusculair) vet
- Doorgezakte speekselklieren (SMG)
- Verdwenen kaaklijn (jowling)
- Midface-verslapping
Wat betekent de ‘diep-vlak’ techniek?
‘Diep vlak’ verwijst in faceliftchirurgie naar een specifiek anatomisch gebied, een ‘glijvlak’. Dit gebied ligt direct onder het zojuist genoemde SMAS-platysma spier-fascia complex en net boven de meer gefixeerde structuren, zoals de spieren die gezichtsuitdrukkingen mogelijk maken:
Dit vlak is geen willekeurig door de chirurg gecreëerde ruimte; het is een embryologisch bestaand, relatief vaatarme, natuurlijk ‘glijvlak’. Wanneer men correct dit vlak betreedt, kan de chirurg veilig en uitgebreid weefsel losmaken met minimale bloeding en trauma.
Gebruik van dit vlak verschaft directe toegang tot het ondervlak van de SMAS-platysma-spier en, belangrijker nog, tot de ‘ankers’ (retaining ligaments) die deze spier aan de diepe structuren bevestigen. Deze directe toegang maakt het mogelijk de banden die nodig zijn voor maximale mobilisatie van verzakte weefsels, nauwkeurig en volledig vrij te maken.
Welke voordelen biedt de ‘composiet’ of ‘één stuk’-benadering van diepe-vlak chirurgie?
Een van de meest kenmerkende eigenschappen van de diep-vlak techniek is dat de weefsels als een ‘composiet’, dus als één ‘stuk’ (flep), worden opgeheven. In deze benadering worden de huid, het subcutane vetweefsel en de onderliggende SMAS-platysma-spierlaag niet van elkaar gescheiden, maar samen als één geïntegreerde eenheid opgeheven en verplaatst. Dit is het essentiële verschil met traditionele methoden waarbij de huid en de onderlaag als afzonderlijke lagen worden behandeld.
Deze benadering van ‘één blok’ optillen biedt patiënten duidelijke voordelen:
- Betere doorbloeding
- Snellere genezing
- Minder blauwe plekken en zwelling
- Natuurlijkere mimiek
- Kleiner risico op een ‘stijf’ of ‘maskerachtig’ uiterlijk
Waarom levert een diep-vlak halslift effectievere en natuurlijkere resultaten op?
De effectiviteit van deze techniek berust op twee basisprincipes: het ‘vrijmaken’ van weefsels en de ‘richting van herpositionering’ (vector). Traditionele technieken focussen vaak op het ‘trekken’ van weefsels naar lateraal of naar achteren, richting de oren. Dit kan leiden tot een afgeplatte wang, zijdelings getrokken mondhoeken en een onnatuurlijk ‘windtunnel’- of ‘overstrek’-uiterlijk.
De diep-vlak benadering werkt volgens een volledig andere logica. Het doel is niet ‘trekken’ maar ‘herpositioneren’. Eerst worden alle houdbanden (ankers) die de neerwaartse verzakking veroorzaken, vrijgemaakt. Zodra de weefsels zijn bevrijd, worden ze zonder spanning, overwegend in een verticale richting (tegen de zwaartekracht in, terug naar hun oorspronkelijke positie) verplaatst.
Deze verticale lift werkt rechtstreeks in tegen het neerwaartse effect van veroudering. Het herdefinieert niet alleen de kaaklijn door de hangende wangen (‘jowls’) te liften, maar brengt ook het verzakte wangvetkussentje terug naar waar het hoort, waardoor jeugdige vulling en contour van het wanggebied effectief worden hersteld. Het doel is niet de weefsels strak te trekken, maar het eigen natuurlijke volume van de patiënt terug te brengen naar de oorspronkelijke anatomische positie.
Hoe wordt bij een diep-vlak halslift ingegrepen op de ‘hardnekkige’ diepe vetten in de onderkin?
Bij veel mensen, met name bij wie structureel een ‘volle’ hals heeft, is een belangrijk deel van de onderkinvolheid afkomstig uit het diepe vetcompartiment onder de platysma-spier. Dit diepe vet ligt boven de spieren van de mondbodem en is niet bereikbaar met standaard liposuctie, die alleen het oppervlakkige subcutane vet verwijdert.
Voor deze patiënten zal liposuctie alleen een onvolledig en onbevredigend resultaat geven, omdat de eigenlijke oorzaak dieper ligt. Tijdens een diep-vlak halslift wordt via een kleine incisie (submentale incisie), meestal verborgen in de natuurlijke plooi onder de kin, directe toegang tot dit diepe gebied verkregen. De platysma-spier wordt in de middellijn geopend om het submusculaire vlak te betreden. Onder directe zichtcontrole kan dit diepe vetweefsel zorgvuldig en chirurgisch worden verwijderd. Het direct leegmaken van dit diepe vetcompartiment is één van de cruciale stappen om bij patiënten met een uitgesproken onderkin een vlak onderkingebied en een scherpe hals-kaakhoek te verkrijgen.
Biedt diep-vlak chirurgie een oplossing voor doorhangende speekselklieren (SMG) in de hals?
De submandibulaire klieren (SMG) zijn speekselklieren die direct onder de kaakrand liggen, dieper dan de platysma-spier. Met de leeftijd en het verslappen van ondersteunende fascie kunnen deze klieren naar beneden zakken. Deze verzakking creëert vooral langs de kaaklijn een zichtbare zwelling of een ‘noot’-achtige uitstulping.
Na een standaard halslift kunnen deze doorgezakte klieren, wanneer de bovenliggende huid en spier zijn aangespannen, nog prominenter worden en tot een onbevredigende contour leiden. Een uitgebreide diepe halscontouring moet dit probleem daarom beslist aanpakken. Afhankelijk van de ernst zijn er twee hoofdtechnieken:
- Partiële klierresectie (verkleining)
- Ophechten met hechtingen (platysma-hangmat)